Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zocht [1]des nachts op mijn leger Hem, [2]Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar [3]ik vond Hem niet; [ik zeide]: 1. Hebreeuws, in de nachten. Hierdoor worden te kennen gegeven de grote aanvechtingen en bekoringen der kerk, gelijk Jes.21:12, en Jes.26:9; Amos 5:18. En tegelijk wordt hier aangewezen dat de kerk ten tijde van aanvechting en vervolging, als het schijnt dat zij verlaten is, Christus zoekt door het gebed. Zie Deut.4:29; Jer.50:4; Hos.3:5, en Hos.5:15; Zef.2:3; Matth.7:7. 2. Te weten mijnen Bruidegom Jezus Christus, zijne genade en goedertierenheid, die van ons gevonden wordt als wij zijne genade in ons hart gevoelen tot onze vertroosting. 3. Dit strijdt niet tegen de belofte van Christus, Matth.7:7; want die stelt geen juisten tijd van vinden, maar die staat alleen in Gods hand; Hij alleen weet den bekwamen tijd tot hulp, Hebr.4:16. Onder, vs.4, staat dat de Bruid, na een weinig tijds, haren liefste gevonden heeft.